In 657 bouwde de berouwvolle struikrover Landelinus een abdij aan een bocht van de Samber in Thuin (Gozée) nabij Charleroi. Een strenge orde van monniken betrok wat later de abdij van Aulne en uiteindelijk kwam deze in handen van cisterciënzermonniken terecht. De verdere geschiedenis van Aulne wordt gekenmerkt door een afwisseling van luisterrijke perioden en tijden van rampspoed, oorlogen en plundering. Een eerste maal werd de abdij geplunderd door de Noormannen. Maar algauw verrees ze als een feniks uit h